Archive for the ‘UBA’ Tag

Wilkin Graphs

Vorige week schreef Dan Cohen op zijn blog een post over visualisaties van het bezit van Amerikaanse universiteits- en onderzoeksbibliotheken zoals dat tot uitdrukking komt in het digitale depot van de HathiTrust (inmiddels meer dan 10,5 miljoen banden; meer dan 3,7 miljard pagina’s). Hij noemde die visualisaties Wilkin Graphs, naar John Paul Wilkin, de executive director van de HathiTrust en als bibliothecaris verbonden aan de University of Michigan. Dit is zo’n Wilkin Graph voor Wilkins eigen University of Michigan:

Wilkin Graph UofMich

Op de y-as staat het aantal records (titels) en op de x-as het aantal HathiTrust-bibliotheken dat record (titel) in haar bezit heeft. De University of Michigan heeft dus veel titels als enige van de HathiTrust-bibliotheken (zo’n 280.000) en bijvoorbeeld zo’n 50.000 titels met maar liefst 22 HathiTrust-bibliotheken.

Per instelling verschillen de Wilkin Graphs aanzienlijk. Cohen onderscheidt drie oer-types: left-leaning libraries, zoals de University of Michigan die relatief veel uniek materiaal in hun bezit hebben), right-leaning libraries, zoals de University of California at Merced (met vooral materiaal dat ook elders beschikbaar is), en (well-) rounded libraries, zoals Northwestern University, waarvan de collectie een soort grootste gemene deler is van universiteitsbibliotheken, zonder veel uniek maar ook zonder veel populair materiaal.

Wilkin Graph UC Merced

Wilkin Graph NorthWestern

Nu is er nog geen enkele Nederlandse bibliotheek lid van de HathiTrust, en dus zijn er ook geen Wilkin Graphs van Nederlandse bibliotheken. Maar wel iets vergelijkbaars, althans voor die bibliotheken die lid zijn van de OCLC Research Library Partnership. Zoals uit een Twitter-wisseling tussen Cohen en OCLC’s Constance Malpas naar aanleiding van Cohens post duidelijk werd: er is een variant op de Wilkin Graphs voor alle 160 leden, waaronder de bibliotheken van Amsterdam, Leiden en Utrecht. Ik noem die variant maar even de Malpas Graph en voor de Universiteit van Amsterdam ziet die er als volgt uit:

Malpas Graph UvA

Source: OCLC Research Library Partnership

Met op de y-as het aantal titels en op de x-as het aantal bibliotheken dat een dergelijke titel volgens WorldCat in haar bezit heeft. Let wel: het gaat hier om de ruim 540.000 titels van de UB Amsterdam waarvan een digitaal equivalent aanwezig is in de HathiTrust, niet om het totale bezit van de UBA (door OCLC in januari van dit jaar ‘vastgesteld’ op 2.566.693 titels). Ten aanzien van deze categorie publicaties is de UBA dus een left-leaning library, met relatief veel materiaal dat in minder dan 100 bibliotheken wereldwijd beschikbaar is.

Hoe zich dat verhoudt tot andere bibliotheken? Dat weet ik niet zonder over de Malpas Graphs van die andere bibliotheken te beschikken. Misschien kan ik mijn Leidse en Utrechtse collega’s verleiden hun gegevens te delen (ik stel daarvoor graag hier ruimte beschikbaar). Maar misschien moet OCLC deze data gewoon aan iedereen beschikbaar maken. Ook Dan Cohen moet tot zijn spijt vaststellen dat dat nog niet zo is (zie Update bij zijn post).

P.S. terwijl de Wilkin Graphs al snel omgedoopt werden in Wilkin Profiles lijkt dat lot ook de Malpas Graphs ten deel te vallen, getuige deze tweet van Lorcan Dempsey, inclusief een link naar een presentatie met zo’n Malpas Profile (van de University of Minnesota).

Her Master’s Voice

Ruim een maand geleden alweer lanceerde de Universiteit van Amsterdam haar nieuwe website; het eindresultaat van een meerjarig project. De bibliotheek participeerde vanaf het begin in dat project en kwam dus ook tegelijk met de moederinstelling met een vernieuwde website. Daarmee werd afscheid genomen van een succesvolle homepage van de bibliotheek, die altijd op veel positieve reacties kon rekenen. Vanaf die homepage kon je namelijk letterlijk met één muisklik bij alle belangrijke diensten en zoekmogelijkheden die de UB aanbood. Die homepage maakte overigens geen onderdeel uit van het vorige content management systeem waarop de universitaire website gebouwd was, maar was een aparte html-pagina die in feite voor het cms was geplaatst (die oude homepage is overigens al uit de lucht, maar is gelukkig nog via de Wayback Machine gewoon op te roepen). Kroon op de homepage was the tabbed multi-search box, in een recent artikel over website design van universiteitsbibliotheken de de facto standaard genoemd.

In datzelfde artikel wordt een interessante analyse gegeven van het ruimtegebruik op 50 websites van Amerikaanse universiteitsbibliotheken en lezing ervan kan ik iedereen aanraden. Hier gaat het mij met name om een opmerking in het artikel die slechts zijdelings gemaakt wordt. Deze nl.:

The researchers recognize that some institutions require the library to use the university Web site header, usually for uniformity across the institution’s entire Web site. Because this requirement has the potential to negatively affect a library’s design options, the researchers checked how many pages had this requirement. Upon review, only 4.1 percent of libraries were affected, and this small number did not appear to alter the results in any way that the researchers felt required further investigation.

Hoe zit dan nu eigenlijk bij de Nederlandse universiteitsbibliotheken? Ik vroeg me dat vooral af omdat wij ons in het recente vernieuwingsproject zo nauwkeurig en netjes mogelijk aan de vormgeving en andere vereisten van de universitaire moedersite hebben geconformeerd (niet alleen wat betreft de header). Klik nu van de homepage van de UvA op ‘Bibliotheek’ en de homepage vloeit als het ware bijna onzichtbaar over in de homepage van de bibliotheek. Mooi om te zien.

Bij alle Nederlandse UBs is het niet anders: de site van de bibliotheek is geheel uitgevoerd volgens de vormgeving en in de huisstijl van de universiteit zelf. Dat betekent in de praktijk dus binnen die vormgeving en huisstijl je bibliotheekdiensten en -informatie zien te positioneren, en dat valt in de praktijk lang niet altijd mee. We hadden bij ons vorige cms tenslotte niet voor niets gekozen voor die homepage-buiten-het-cms-om.

Hoe anders is het dus bij Amerikaanse universiteitsbibliotheken. Die trekken zich in de regel niets aan van de website van hun moederinstelling, maar maken gewoon iets uitgaande van hun eigen ideeën over wat een goede website is. Met af en toe natuurlijk wel een knipoog naar of lippendienst aan de universitaire website (m.n in de kleurstelling). Maar kijk eens naar onderstaande, betrekkelijk willekeurig gekozen voorbeelden (doorklikken kan):

Yale

MIT

Stanford

Duke

NCSU

Hamvraag is natuurlijk: hoe is dat fundamentele verschil te verklaren? Laat ik een voorzichtige poging doen:

  • vanuit hun professionaliteit zijn Amerikaanse bibliotheken (bibliothecarissen) veel meer geneigd uit te gaan van hun eigen kracht en kiezen zij zelfbewust(er) voor de positionering van de bibliotheek als onderdeel van, maar niet ondergeschikt aan, de universiteit
  • marketing en PR is bij Amerikaanse bibliotheken veel verder ontwikkeld dan bij de Nederlandse UBs, met meer kennis van zaken en meer expertise in huis zodat het opzetten en onderhouden van een eigen website een haalbare kaart is
  • (meer speculatief) wij zijn meer van polderen en compromissen sluiten, Amerikanen meer van vasthouden aan eigen standpunten
  • een veel hiërarchischer en centralistischer universitaire organisatiecultuur in Nederland waarin communicatie-afdelingen zich kunnen positioneren als hoeder van het corporate image en toepassing universiteitsbreed kunnen afdwingen (’t zou me overigens wel verbazen als dit de hoofdreden zou zijn)

Andere ideeën?

In plaats van congresbezoek: Slideshare

Bijna een jaar geleden leidde het rapport Redefining the Academic Library in binnen- en buitenland tot volop discussie over de toekomst van de wetenschappelijke bibliotheek.  Ook in het recente WTR Trendrapport De bakens verzetten wordt er instemmend uit geciteerd.

Ik was afgelopen zomer niet in Montpellier en niet in Tartu om de visie van de Leidse bibliothecaris Kurt De Belder op onze toekomst te horen. Gelukkig kan dat nu via Slideshare wel:


 

Geen herdefiniëring dus, maar een transformatie. Of is dat slechts een keuze van terminologie? Stephen Abram kiest in ieder geval, virtueel aanwezig in San José op de Library 2.012 Worldwide virtual conference ook voor transformation.

Ik was deze week trouwens ook niet in Trondheim, en miste dus onderstaande presentaties. Ook het bekijken meer dan waard.

 
Sally Chambers: Libraries, research infrastructures and the digital humanities: are we ready for the challenge?

 
Lukas Koster: Primo at the University of Amsterdam

Komt dat zien!

Even wat ongeneerde reclame voor de eigen instelling: vorige week geopend en nu nog tot en met 20 januari 2013 te bewonderen: de Carré-tentoonstelling bij onze Bijzondere Collecties.

Boeren, burgers, en buitenlui: komt dat zien!

Website 125 jaar Carré.

Late oogst

De R zit al lang weer in de maand, dus het is al weer de hoogste tijd voor de wekelijkse portie vitaminen. Maar ja, het wegwerken van m’n vakantie-achterstand heeft meer voeten in aarde gehad dan ik vooraf verwachtte. Google Reader gaf omineus 1.000+ items aan na mijn terugkomst, terwijl ik toch tijdelijk een aantal feeds eruit had gegooid die dagelijks wat al te rijkelijk je op allerlei nieuwigheden attenderen. Inmiddels heb ik de zaak weer redelijk onder controle en komt de produktie van reguliere weekendvitaminen weer in zicht. Vooruitlopend daarop maar een overzicht van wat ik de afgelopen weken uit die 1.000+ items geplukt heb. Sommige misschien ten overvloede nog een keer onder de aandacht gebracht, maar dat kan nooit kwaad. Toch?

Dus in willekeurige volgorde en voor elk wat wils.

Op het nachtkastje

Beeld van de week


Bij Amazon wint e het dus van p. Maar, het is vooralsnog niet ‘of-of’, maar ‘en-en’. Ook de verkoop van p-boeken blijft gestaag groeien.

En toch ook maar een tweede ‘beeld van de week’. Het komt tenslotte niet zo vaak voor dat je als bibliotheek een geheel nieuwe website oplevert. En dat hebben we afgelopen week nu juist wel gedaan:

Commentaar? Graag!

En onze collega’s van de HvA bibliotheek konden natuurlijk niet achter blijven. Ook zij staken zichzelf in het nieuw:

Weekendvitaminen #21

Op het nachtkastje

Beeld van de week

Soms moet het kunnen, even je eigen instelling promoten:

en aanstaande maandag Primo bij de UBA in volle glorie.

Weekendvitaminen #5

Op het nachtkastje

  • De bijbehorende powerpoint circuleerde al enige weken op het internet en ik besteedde er ook al twee keer aandacht aan (hier en hier), maar nu is het onderliggende rapport Redefining the Academic Library integraal voor consumptie vrijgegeven. Ik herhaal het nog maar voor de laatste keer: verplichte leesvoer!
  • Data over onze bibliotheken. In Nederland moeten we het, wat de universiteitsbibliotheken in ieder geval, doen met de jaarlijkse UKB-benchmark waarvan de resultaten niet openbaar worden gemaakt, afgezien van een geanonimiseerd overzicht voor de jaren 2006-2010. Bij onze Amerikaanse collega’s gaat dat toch anders, met uitgebreide jaarlijkse statistieken van de ARL-bibliotheken en afgelopen week het jaarlijkse rapport van het Department of Education.
  • 2012 werpt z’n schaduwen al weer vooruit. In het begin van het nieuwe jaar verschijnt meestal snel het nieuwe Horizon-rapport, de jaarlijkse vooruitblik op de technologische innovaties die ons binnen nu en vijf jaar te wachten staan. Nieuwsgierig? Op de Horizon-wiki is nu al de shortlist van de kandidaten voor 2012 beschikbaar. And the nominees are… Bellen en sms’en is helaas niet mogelijk… 😉
  • In het nieuwe jaarnummer van het tijdschrift Profession van de Modern Language Association zijn zes artikelen open access opgenomen die gewijd zijn aan digital scholarship. Wat gebeurt er inmiddels op dat vlak in een aantal geesteswetenschappelijke disciplines en welke veranderingen zijn er noodzakelijk in bestaande systemen van academische waardering en promotie?

Beeld van de week

Het kan natuurlijk niet anders dan dat de soft launch van onze Primo-installatie het beeld van de week oplevert (overigens roept soft launch bij mij allerlei associaties op met een op halve kracht gelanceerde Space Shuttle die voor het verlaten van de dampkring weer terugvalt naar de aarde, maar dat zal vast niet de bedoeling zijn). We zijn in Nederland zeker niet de eerste; bij de UBs gingen Twente, de VU en Leiden ons voor, terwijl Wageningen nog in de laatste fase van voorbereiding zit.

Voorlopig betreft het nog een bèta-versie die in de komende maanden, mede hopelijk op basis van veel input van onze gebruikers, verder geperfectioneerd moet worden. Daarna volgen besluiten over het al dan niet uitfaseren van de huidige Digitale Bibliotheek en het continueren van licenties op allerlei vakspecifieke bibliografische databases. Grotere duidelijkheid over wat er nu wel (of vooral ook: wat er nu – nog –  niet) door Primo Central gedekt wordt is daarbij essentieel. Concurrent EBSCO doet in ieder geval heel vervelend met de toegang tot haar databases.

Weekoogst #65

3 jaar HathiTrust
De HathiTrust vierde deze week haar derde verjaardag. En het olifantje is flink gegroeid. Van net 2 miljoen gedigitaliseerde boeken in het archief in 2008 naar bijna 10 miljoen nu. In terabyte: van 80 naar 435 TB. Ruim 2,5 miljoen boeken zijn uit het publieke domein (volgens het Amerikaanse copyright, dus gepubliceerd voor 1923) en vrij raadpleegbaar. En er zitten op dit moment 38.625 Nederlandstalige titels in de HathiTrust, 0,68% van het totaal.
Afgelopen weekend vond de HathiTrust Constitutional Convention plaats, ook al teken van de groei die wordt doorgemaakt. Ter voorbereiding van deze bijeenkomst is een terugblik op de afgelopen drie jaar samengesteld waarin uiteraard wat bereikt is een belangrijke plaats geeft gekregen. Maar deze derde verjaardag is natuurlijk wel een beetje verpest door de rechtszaak die door de Authors Guild is aangespannen. The Orphan Wars have just begun.

Zeven jaar Google Books
Volgens Jon Orwant van Google Books is Google al aanzienlijk verder met het digitaliseren en digitaal beschikbaar stellen van Nederlandstalig materiaal. Hij schat dat van de 3,1 miljoen Nederlandstalige boeken er op dit moment zo’n 168.000 door Google zijn gescand (4x het aantal van de HathiTrust). Daar kan overigens materiaal tussen zitten dat in de VS wel wordt getoond, maar daarbuiten niet. Iedereen die van Google Books gebruik heeft gemaakt zal dat wel een keertje tegengekomen zijn. Orwant verklaart dat uit voorzichtigheid van Google: mensen procederen graag tegen Google en Google is niet altijd zeker van het feit of een werk rechtenvrij is. Better safe than sorry.
Volgens de Gentse catalogus zijn er nu bijna 100.000 door Google gedigitaliseerde boeken uit haar collectie beschikbaar, op twee na alle gepubliceerd voor 1900: een herdruk uit 1942 van een boek uit 1613 en een boek gepubliceerd in het jaar 5609. Dat laatste blijkt uiteraard volgens de Joodse jaartelling te zijn; in onze tijdrekening dus 1849. Ruimschoots in het publieke domein zou je zeggen (Gent lijkt voor het jaar 1871 gekozen te hebben als scheidslijn voor wel/niet in het publieke domein). Maar probeer deze publikatie maar eens full text te raadplegen: Image Not Available is alles wat je te zien krijgt. De wegen van Google, en haar partners, blijven ondoorgrondelijk…

Meten is weten: het gebruik van de collectie
Ten aanzien van het gebruik van gedrukte collecties bestaan in bibliotheekland twee vuistregels: de 20/80 regel en de 60/40 regel. De eerste vuistregel zegt dat twintig procent van de collectie verantwoordelijk is voor 80 procent van de uitleningen; de tweede dat over een langere termijn gemeten (10 à 15 jaar) zestig procent van de collectie minimaal één keer blijkt te zijn uitgeleend, terwijl 40 procent nog op die eerste uitlening zit te wachten.
De eerste vuistregel is onlangs door een grootschalig onderzoek van OCLC ter discussie komen te staan. Uit één kalenderjaar uitleengegevens van de 90 OhioLINK-bibliotheken blijkt namelijk dat slechts 6% van de collectie verantwoordelijk is voor 80% van de uitleningen. Verdere uitwerking van de gegevens uit dit onderzoek moet nog plaatsvinden (de data worden overigens vrij beschikbaar gesteld voor dat nadere onderzoek), maar het maakt mij toch met name benieuwd naar die resterende 20% uitleningen. Hoe verspreid zijn die over de resterende collectie? Het gaat in dit geval om een gezamenlijke collectie van 30 miljoen verschillende titels. Voldoende reden dus om OCLC Research in dit opzicht te blijven volgen.
Wat die tweede vuistregel betreft, die zag ik zelf deze week via een quick and dirty-onderzoekje van onze eigen uitleencijfers nog eens bevestigd. Van onze open opgestelde collecties voor de verschillende geesteswetenschappelijke disciplines blijkt in de afgelopen 15 jaar gemiddeld 40% niet uitgeleend (hetgeen, ook dat moet hierbij steeds benadrukt worden, niet betekent dat de betreffende boeken niet gebruikt zijn; ze hebben alleen de bibliotheek niet verlaten). Er zijn uiteraard aanzienlijke verschillen te constateren tussen de deelcollecties: betrekkelijk jonge collecties, die vaak ook in omvang betrekkelijk klein zijn, blijken veel lager te scoren op de niet-uitgeleend schaal, terwijl collecties van oudere geesteswetenschappelijke disciplines (vaak ook met veel materiaal dat de status ‘niet-uitleenbaar’ heeft) vaker hoger scoren. In ieder geval weer nuttige gegevens, hoe ruw ook, voor nader onderzoek naar de ideale open opgestelde collectie van de toekomst. Chris Bourg postte daarover twee maanden geleden een aantal heel zinnige gedachten.

Weekoogst #42/43

Terug van even weggeweest… (al is de verbouwing nog niet helemaal af)

In blijde verwachting…
Binnen een week of vijf/zes zal de rechter naar verwachting uitspraak doen over de bezwaren die ingebracht zijn tegen de bouw van een nieuwe UB op het Amsterdamse Binnengasthuis-terrein. We zijn al een tijdje in afwachting van deze uitspraak en de spanning loopt toch langzamerhand op. Ook in Amerikaanse bibliotheekkringen, en ver daarbuiten, bouwt dit spanning zich op, al gaat het om een hele andere zaak. Het is nu al weer een jaar geleden dat de laatste hearing gehouden werd in de Google Books Settlement zaak en rechter Chin is nog steeds niet met een uitspraak gekomen. De Open Book Alliance vat de stand van zaken nog een keer samen.

Aan de horizon
Het rapport is links en rechts al gesignaleerd: de jaarlijkse Horizon-visie op de belangrijkste technologie-trends in het hoger onderwijs. Mobiele apparatuur en e-books scoren dit jaar opnieuw hoog. Dit achtste Horizon-rapport borduurt voort op het oude stramien: twee trends die binnen een jaar breed ingevoerd zullen zijn, twee waarvoor dat binnen 2 à 3 jaar zal duren en twee waarvoor we nog 4 à  5 jaar moeten wachten. Het zou een aardig onderzoekje zijn om al die acht rapporten eens goed tegen het licht te houden op hun voorspellende waarde. Langzamerhand zijn er voldoende data beschikbaar.

De beste tien van tweeduizendtien
Je kunt natuurlijk op dit blog vertrouwen om de belangrijkste publicaties over wetenschappelijke bibliotheken en het hoger onderwijs onder ogen te krijgen (niet doen!), maar je kunt natuurlijk beter vertrouwen op wat er wereldwijd door de community gelezen wordt. Dus klik hier voor de 10 best gelezen (online) artikelen uit Educause Review en hier voor de beste verkochte e-books van de American Library Association. Ik heb er slechts twee van de tien afgelopen jaar onder ogen gehad, en die twee zijn er waarschijnlijk voor iedereen makkelijk tussenuit te halen.

Maar soms is BIG ook erg prettig

We zitten middenin ons project om zo’n 10 kilometer van ons bezit aan tijdschriftenjaargangen te identificeren voor verwijdering uit onze collectie. Dat is een operatie van een omvang die we niet eerder onder handen hebben gehad en die, vanwege de zorgvuldigheid waarmee een en ander moet plaatsvinden (uniek materiaal moet koste wat het kost behouden blijven voor de collectie-Nederland), een behoorlijke belasting voor de organisatie tot gevolg heeft. Niet alleen voor de magazijnmedewerkers, die al die jaargangen daadwerkelijk van de planken moeten halen, maar ook voor de medewerkers van de afdeling Metadatadiensten (die de controle op uniciteit in de GGC voor hun rekening nemen) en de facultaire informatiespecialisten (die verantwoordelijk zijn voor de inhoudelijke afweging). En last but not least de conservatoren van de Bijzondere Collecties, die de ultieme check doen op de titellijsten voordat definitief vastgesteld wordt dat een bepaalde reeks jaargangen van een tijdschrift uit ons depot kan worden verwijderd. En zelfs dan is het werk nog niet gedaan, want dan moet er nog met vereende krachten achter de schermen voor gezorgd worden dat onze holdings aangepast worden, niet alleen in onze eigen catalogus, maar ook in de NCC. Aan het eind van dit jaar moeten we klaar zijn en dan hebben we, ook door de herschikking van het resterende materiaal, weer voldoende ruimte gecreëerd in ons depot, en een fikse financiële bezuiniging gerealiseerd.

Maar het kan ook anders, zoals duidelijk wordt uit dit bericht op het Boekendingenblog. Daarin wordt bericht over de nieuwe Book Storage Facility van de Bodleian Library in Oxford. In de nieuwbouw is maar liefst 245 kilometer nieuwe plankruimte gerealiseerd (ongeveer drie keer ons eigen depot in Amsterdam-Zuidoost) zodat de Bodleian in de komende jaren vrolijk door kan groeien en zich niet in het soort operaties hoeft te storten waar wij nu middenin zitten. Wat het verstandigste is, meer ruimte creëren om door te groeien of je herbezinnen op wat je als individuele instelling nu wel of niet bewaart, laat ik nu maar even in het midden. Rustig door kunnen verzamelen, makkelijk is het natuurlijk wel.

                                 

Alhoewel… Bij ‘rustig’ doorverzamelen met een aanwas van 1.000 banden per dag (!) zal de BSF toch ook in 16 jaar al weer bommetje vol staan. Dat geeft toch te denken…