Twee dagen UKB

In de afgelopen twee dagen veel op stap geweest voor overleg in UKB-verband. Gisteren naar m’n ‘eigen’ club, de UKB-werkgroep Collectiemanagement in Groningen, en vandaag als vervanger van Nol naar UKB Plenair in Utrecht. In Groningen was het volle bak, alleen Twente ontbrak op het appèl. Naast de gebruikelijke uitwisseling van lokale ontwikkelingen en ervaringen (e-books, discovery tools, workflows) stond een eerste voorstel voor gezamenlijk UKB-bewaarbeleid voor gedrukte monografieën op de agenda. Vijf jaar geleden zijn in UKB-verband de eerste afspraken gemaakt over het bewaren van het laatste gedrukte exemplaar van elke tijdschrifttitel bij de gezamenlijke UKB-bibliotheken (ook wel aangeduid als de Wetenschappelijke Collectie Nederland) en nu, onder de gecombineerde druk van vollopende magazijnen, bezuinigingen en toenemende digitalisering, heeft UKB aan de werkgroep ook om een regeling voor monografieën gevraagd. Over de uitgangspunten konden we het betrekkelijk snel eens worden en met wat kleinere aanvullingen zal de notitie nu aan UKB Plenair worden voorgelegd. Een mooi voorbeeld van concrete samenwerking tussen de 14 UKB-bibliotheken en mogelijk de basis om in de komende jaren nog de vervolgstap te zetten naar een (of meerdere) gezamenlijke depots voor minder gebruikt materiaal.

Waar levert samenwerking meerwaarde op en hoe ver zijn bibliotheken bereid om gezamenlijke belangen te laten prevaleren boven hun eigen particuliere belangen? Dat vormde het onderliggende thema bij de bespreking vandaag in UKB Plenair van het concept-beleidsplan voor de periode 2011-2015. In een terugblik op het vorige beleidsplan werd geconstateerd dat de vier jaar geleden geformuleerde ambities op het gebied van intensieve(re)  samenwerking duidelijk niet gerealiseerd zijn. Daarom wordt voor de komende jaren voor een lager en realistischer ambitieniveau gekozen, met onderwerpen waarop die samenwerking over de volle breedte van UKB gezocht wordt en onderwerpen waarop die samenwerking eerder in kleiner verband (gelijkgestemden; gelegenheidscoalities) gerealiseerd zal worden. Tevens werd geconstateerd dat samenwerking geen doel op zich is, maar altijd in relatie gezien moet worden met de opdracht waar alle UBs voor staan: het ondersteunen van het lokale onderwijs en onderzoek op een kostenefficiënte wijze.

Die kosten kwamen in de middagsessie nadrukkelijk aan de orde toen door alle aanwezige bibliothecarissen een korte presentatie werd verzorgd over de actuele financiële situatie binnen hun instelling (inclusief bibliotheek) en de verwachte bezuinigingen in de komende jaren. De Erasmus Universiteit kon als enige een lichte stijging van het budget melden; overal elders wordt er meer of minder ernstig bezuinigd op de universitaire bibliotheekvoorzieningen in de komende jaren. De verschillen zijn overigens groot tussen de verschillende bibliotheken, niet alleen qua omvang van hun budget, maar ook wat betreft de wijze van financiering van de bibliotheek en welke kosten wel/niet in dat budget zijn meegenomen. Een constante kwam echter steeds terug: het aandeel van de kosten van de ‘big deals’ voor elektronische tijdschriften in het totale collectievormingsbudget is overal zo groot geworden dat verdere stijging van die kosten eigenlijk niet meer mogelijk is. Dat is dan ook de boodschap die aan de uitgevers is meegegeven in de onderhandelingen over de ‘big deals’ die dit jaar verlengd moeten worden (met Springer, Wiley-Blackwell en Sage). Dat zullen geen eenvoudige onderhandelingen worden.

No comments yet

Plaats een reactie